GIMP en InkScape

Het tekenen met potlood en papier blijft iets heerlijks om mee bezig te zijn. Ik ben nu ook weer bezig met het tekenen van een portret en ik kan makkelijk er een uur mee bezig zijn, in volledige concentratie. En daarbij ook zoeken naar nieuwe gereedschappen en materialen om de tekeningen steeds mooier en bijzonderder te maken. Experimenteren is daarbij ook hartstikke leuk om te doen. Maar sinds een aantal maanden ben ik ook bezig met het digitale tekenwerk. Een leuke en interessante aanvulling op wat ik eerder al deed.

Een aantal maanden geleden vond ik in de Haagse hoofdbibliotheek boekjes met daarin inspiratie, tips en technieken om goed te leren tekenen en illustreren. Dit werd gedaan aan de hand van het werk van verschillende kunstenaars die in de boekjes werden beschreven. En die boekjes ‘beperkten’ zich niet alleen tot tekenen met bijvoorbeeld potlood, inkt en papier, maar er werd ook aandacht besteed aan software die je kan gebruiken. Het fijne is dat je daarbij niet gebonden bent aan allerlei dure pakketten die je moet aanschaffen. Er is allerlei open-source software beschikbaar die je ook bij het tekenwerk kan gebruiken. En die helemaal mooi werken in combinatie met een tekentablet.

De afgelopen weken ben ik bezig geweest met het leren gebruiken van twee open-source programma’s: GIMP en InkScape. Het zijn alternatieven voor Photoshop en Adobe Illustrator. De komende tijd wil ik gaan laten zien wat je ermee kan maken, maar voor nu eerst kort een inleiding, wat zijn het voor programma’s waar ik nu mee bezig ben.

GIMP

GIMP is een programma dat je kan gebruiken bij het manipuleren van foto’s. Van het retoucheren van foto’s en het componeren van afbeeldingen tot het reconstrueren van afbeeldingen.

Met GIMP maak je zogeheten Raster-graphics, ook wel bitmaps genoemd. De meeste afbeeldingen die je online op websites tegenkomt zijn bitmaps. En vaak hebben ze de extensie JPG, PNG, GIF of BMP. Een afbeelding wordt opgedeeld in pixels (beeldpunten) en van deze pixels wordt de kleurinformatie opgeslagen. Bij het tonen van zo’n afbeelding worden de pixels simpelweg naar het scherm verzonden en de hoeveelheid pixels bepaald hoe scherp de afbeelding is.

Het nadeel van dit programma is dat de pixels steeds zichtbaarder worden als je ver in gaat zoomen. Bij InkScape daarentegen kan je onbeperkt in- en uitzoomen zonder dat de afbeelding zijn scherpte verliest.

InkScape

InkScape is een grafisch programma dat je kan gebruiken bij het maken van bijvoorbeeld posters, logo’s, comics, graphics en mobile app buttons. InkScape is een vector-programma.

Met InkScape maak je vector-afbeeldingen. In plaats van dat een afbeelding bestaat uit pixels wordt deze opgebouwd met wiskundige formules. Bij een cirkel worden bijvoorbeeld het middelpunt, de straal en een vulkleur opgeslagen.

Het nadeel van vector-programma’s is dat ze niet erg goed zijn in het weergeven van kleurverlopen en filters.

Beide programma’s hebben hun voor- en nadelen. En vooral werken met een vectorprogramma is ingewikkelder dan het werken met een programma zoals GIMP die werkt met rasters en pixels. Aan de andere kant is dit wel weer een mooie uitbreiding van mijn kist vol gereedschap die ik in kan gaan zetten.

Beginnen met een nieuw project

De komende weken ga ik aan de slag met een project dat ik al een tijdje op de plank heb liggen en wat ik nu weer wil oppakken, het maken van een stripverhaal. Ik heb inmiddels een mooi studieboek waarin uitgebreid wordt uitgelegd hoe je zoiets moet aanpakken en software en apparatuur dat ik daarbij kan gaan gebruiken. Ik vind het spannend omdat het iets nieuws voor mij is, maar juist daarom ook hartstikke leuk. En je kan mij ook weer gaan volgen via blogberichten die ik hier ga publiceren. Met daarbij wat ik doe en wat ik heb geleerd daarvan.

Het studieboek dat ik bij dit project ga volgen heet ‘The complete idiot’s guide to Creating a Graphic Novel’, van Nat Gertler en Steve Lieber. Het is een gekke titel, maar de inhoud behandelt wel alle onderdelen van het maakproces van een Graphic Novel. Van het bedenken van het onderwerpen tot het maken en inkleuren van de tekeningen. Het fijne van dit boek is dat dit boek zich niet primair richt op het maken van humorstrips, maar dat je er ook serieuze graphic novels of stripverhalen mee kan maken. Ik ga de komende weken stap voor stap door dit boek heen en op die manier wil ik mijn eerste stripverhaal in elkaar zetten. Dit wil ik verder illustreren met schetsen en tekeningen die ik tijdens het gehele proces maak.

GIMP

Het is altijd kijken hoe het maakproces gaat verlopen. Maar het programma dat ik wil gaan gebruiken bij het maken van de uiteindelijke tekeningen voor de strip is GIMP, waar ik eerder al een blog over heb geschreven. Het lekkere van dat programma is dat ik tekeningen bijvoorbeeld in lagen kan opbouwen. Het enige limiet daarbij wordt bepaald door het geheugen van je computer. Hieronder laat ik in vier eenvoudige plaatjes zien hoe zoiets werkt.

Het voordeel daarvan is dat je mooi een tekening kan opbouwen en daarbij bijvoorbeeld wijzigingen in laag 2 kan aanbrengen zonder dat het onbedoelde gevolgen heeft voor de andere lagen. Bijvoorbeeld dat je iets anders per ongeluk weggumt. Op deze manier, en met allerlei verschillende tools, heb ik de onderstaande tekening gemaakt. Ik heb eerst een schets geïmporteerd in GIMP en daarna de tekening in lagen opgebouwd. Iedere kleur kreeg een eigen laag. Vooralsnog ben ik van plan om de tekeningen voor de strip op dezelfde manier op te gaan bouwen.

Dit is een van de eerste oefeningen met de tekenpad die ik een paar weken geleden heb aangeschaft. Met deze pad en bijbehorende pen kan ik veel beter tekenen in GIMP dan via de touchpad of muis van mijn computer.

Als inspiratiebron voor verhalen voor de strip heb ik op mijn computer een ‘spark file’ aangemaakt. Dat is een bestand waarin ik alles opschrijf en opsla dat ik mogelijk kan gebruiken ter inspiratie. Muziek die ik hoor, het bezoeken van een café of een museum, een wandeling door de stad, berichtjes in de krant. Van stukjes tekst tot schetsen die ik maak en foto’s van landschappen of voorwerpen die ik tegenkom.

Vanaf volgende week ga ik echt aan de slag met dit nieuwe project. Tot dan!

Werken met GIMP

In augustus ben ik begonnen met het lezen van de handleiding van GIMP, een grafisch programma voor digitale beeldbewerking. Ik krijg steeds meer in de gaten wat ik er allemaal mee kan doen en tijdens het lezen ben ik aan het bedenken wat ik er als eerste mee wil gaan doen. En je kan mij daarbij weer stap voor stap gaan volgen.

Een van de dingen die je met GIMP kan doen is het bewerken van foto’s. Van het kantelen van foto’s die een beetje scheef zijn en het bewerken van iets onderbelichte of overbelichte foto’s tot het spelen met de kleuren of het gebruiken van allerlei filters. Van het subtiel bijwerken van foto’s tot helemaal losgaan door bijvoorbeeld één specifieke kleur naar voren te halen. En ik ben aan het uitzoeken waar allerlei hulpmiddelen in het programma te vinden zijn, zoals hulplijnen en grids. Maar ook verschillende manier van selecteren. Het is echt een feestje om hier weer mee bezig te zijn. Vooral als ik het weer ga combineren met het maken van foto’s met mijn digitale camera die ik een aantal jaren geleden veelvuldig gebruikte. De camera ligt aan de oplader en ik ben van plan om er binnenkort weer mee op pad te gaan.

Zoals ik in het vorige blogartikel al verteld ben ik sowieso van plan om meer op onderzoek uit te gaan. In een boek over grafische vormgeving las ik over het maken van een inspiratielogboek vol met aantekeningen, in tekst en beeld, over boeken die ik lees, documentaires die ik kijk, muziek die ik beluister, musea en cafés die ik bezoek, et cetera. Ik ben er op teruggekomen om het volledig digitaal te gaan doen. Bij digitaal materiaal is het natuurlijk het handigste om het ook digitaal te verzamelen. Maar bij andere dingen blijf ik het heerlijk vinden om het fysiek in handen te hebben. Om een boekwerk open te kunnen slaan en er doorheen te bladeren. Vooralsnog ben ik van plan om er een multomap voor te gaan gebruiken.

Werken in lagen

Bij tekenen en schilderen werk je in lagen waarbij je steeds over de vorige laag heen gaat. Daarbij reageren de lagen op elkaar om zo een bepaald effect te realiseren. Hetzelfde kan je ook doen bij grafische programma’s zoals GIMP. Je begint met de achtergrond en vervolgens bouw je een project op door steeds weer een nieuw laagje er aan toe te voegen. Een laagje met bijvoorbeeld een foto, of met letters, of een al dan niet half transparant figuur. Er is van alles mogelijk. Met allerlei functies kan je de lagen op elkaar laten reageren, je kan filters erin gebruiken. Met het lezen van de handleiding heb ik een aantal basisfuncties ontdekt, maar zoals zo vaak leer je zulke gereedschappen en technieken het beste kennen door er mee te gaan experimenteren.

Op die manier heb ik ook de onderstaande afbeelding gemaakt, kijken wat er gebeurt als ik verschillende dingen met elkaar combineer.

Door het werken met lagen kan ik ook allerlei andere technieken meenemen bij het maken van afbeeldingen. Het traditionele analoge tekenwerk en bijvoorbeeld het maken van mooie, al dan niet abstracte, aquarellen en olieverf-/acrylschilderijen. Dingen die ik kan inscannen en als een van de lagen weer kan meenemen in een digitaal werk.

Nu ik een groot deel van de handleiding heb gelezen ga ik beginnen met de eerste projecten waarbij ik GIMP ga gebruiken. Daarnaast ben ik van plan om in de toekomst meer van dit soort open-source software te gaan gebruiken bij het maken van kunstzinnige werken. Ik vind het hartstikke leuk dat ik op deze manier mijn opleiding CMD voor weer een groter deel kan inzetten bij het maken van kunstwerken.

Terug naar design

Vorige maand kwam ik in de Haagse bibliotheek het boekje ‘tekenen en illustreren’ tegen van Helen Birch. In dit boekje worden allerlei inspirerende voorbeelden van tekeningen en illustraties getoond waarbij soms gebruik is gemaakt van een combinatie van materialen zoals potlood, inkt en viltstift met digitale middelen. Dit boekje heeft mij geïnspireerd om alle aspecten van mijn opleiding Communication and Multimedia Design in mijn werk te gaan verwerken, en zo ben ik dan weer bij het grafisch ontwerpen terecht gekomen. Ik ga weer aan de slag met design.

Ook weer in de Haagse bibliotheek ben ik het boek ‘Grafisch Ontwerpen, Handboek voor grafisch design en nieuwe media’ tegengekomen. En vooral dat laatste triggerde mij. Op de Haagse Hogeschool ben ik op verschillende manieren in aanraking gekomen met design. Ten eerste in de vorm van marketing, promotie en communicatie. En ten tweede in de vorm van het ontwikkelen van design voor multimediale toepassingen. Hoofdzakelijk op het gebied van nieuwe media, maar ook print kwam voorbij. De opleiding heb ik afgerond in 2009. Sindsdien heb ik andere dingen gedaan, en de afgelopen tijd ben ik na gaan denken over hoe ik toch de kennis van mijn opleiding zou kunnen toepassen in het werk dat ik doe. Het is zonde om het in mijn hoofd op de plank te laten liggen.

Stap voor stap ben ik gaan kijken hoe ik componenten zou kunnen gebruiken in mijn huidige tekenwerk. En nu ben ik tot het besluit gekomen om het volledig te integreren. Om mijn tekenwerk in te zetten bij het ontwikkelen van design. Daarbij werkend in opdracht, maar ook vrij werk maken waarbij ik zelf het onderwerp, of vraagstuk, kies en daar een design voor ga ontwikkelen. En dat dan weer te presenteren aan het grote publiek. Én daarbij niet alleen vasthoudend aan nieuwe media, maar ook werken met traditionele media en kijken hoe dat werkt, uit het voor mij bekende hokje stappend.

Grafisch design en nieuwe media

Op dit moment ben ik twee dingen aan het doen. In de eerste plaats ben ik het eerder genoemde handboek over grafisch design en nieuwe media aan het lezen. Het boek is opgedeeld in acht modulen waarvan ik nu de eerste, over onderzoek en concepten, heb gelezen. Het mooie daarbij is dat hierbij veel kennis weer wordt opgefrist die ik eerder heb opgedaan tijdens mijn opleiding aan de Haagse Hogeschool.

Een voorbeeld daarvan is het brainstormen, vrijuit associëren en het combineren van ideeën. Lineair redeneren en lateraal denken. Of het afstemmen van visuele retoriek op de rol die het moet vervullen en de theorie achter symbolen. Over kennis over je doelgroep en welke betekenis je doelgroep bijvoorbeeld koppelt aan een bepaalde kleur, waar je rekening mee moet houden bij de kleuren die je in je ontwerp gaat toepassen.

Het op onderzoek uit gaan. In cafés, musea en winkels. Luisterend naar nieuwe en onbekende muziek. Het lezen van boeken en bekijken van documentaires. En dat allemaal bij elkaar brengen in een soort inspiratieplakboek. Bedoeld om in te bladeren als je op zoek bent naar inspiratie. Dit kan natuurlijk ouderwets in een fysiek boekwerk, maar ik wil dit digitaal gaan doen. Zodat ik ook bijvoorbeeld makkelijk foto’s erin kan opnemen, interessante digitale knipsels en dergelijken.

Ook ben ik online instellingen en bedrijven, magazines en vormgevers gaan volgen om te kijken wat zij allemaal aan het doen zijn. Leuk en voor mijzelf ook inspirerend. Het doet mij ook denken aan de colleges op de hogeschool waarin aandacht werd besteed aan interessante campagnes.

GIMP

Naast het lezen van het bovenstaande boek ben ik ook bezig met het leren gebruiken van het open-source programma GIMP, een grafisch programma voor digitale beeldbewerking. Voor nu wil ik bijvoorbeeld potlood, inkt, fineliner en verf gaan combineren met open-source software. Ik wil daar ook aandacht aan gaan besteden hier op mijn weblog, naast blogs over tekenen en schilderen. In de toekomst gaan daar wellicht ook andere programma’s bij komen.

Het gave van dit alles vind ik dat het een combi is van wat ik heb geleerd op mijn opleiding, het tekenen dat ik heb geleerd als autodidact en nieuwe kennis die ik ga opdoen. Het betekent ook een verandering van de focus van mijn website en de blogberichten, al blijft het creatieve werk de rode lijn vormen. Ik ga jullie meenemen in alle onderdelen van het werk, van de eerste inspiratie tot het eindproduct. En jullie ook inzicht te kunnen geven in wat ik allemaal heb geleerd op de hogeschool. Sowieso ga ik binnenkort beginnen met het ontwikkelen van mijn eerste vrije werk op dit gebied en ga ik jullie weer stap voor stap meenemen, zoals ik dat eerder heb gedaan bij het tekenwerk. En tussendoor blijven er ook blogs verschijnen over het tekenen en schilderen. Dat kan ik allemaal gebruiken bij het designwerk en dus komt ook dat allemaal terug.

Tot de volgende keer!

Oefeningen met aquarel, deel 6

Het heeft even geduurd, maar ik ga weer verder met de oefeningen met aquarelverf. Bij de voorgaande oefeningen ben ik bezig geweest met het invullen van grote vlakken, het opbouwen van landschappen met grote penseelstreken. Nu begin ik met een fijnere werk.

Een nieuw onderdeel van het schilderen met aquarelverf, tekenen. Een voordeel voor mij hierbij is dat ik al veel aan het tekenen ben. Het leuke van het tekenen vind ik dat het een combinatie is van enerzijds allerlei regels die er zijn waarmee je rekening moet houden als je iets wilt tekenen met bijvoorbeeld perspectief, de technische kant, en anderzijds creativiteit. Ik ben nu ook bezig met het tekenen met fineliners en daarbij ben ik dan, vaak onbewust, bezig met het combineren van allerlei technieken. Vooral wanneer ik er les over geef, word ik mij dan weer bewust van, hartstikke leuk. De uitdaging bij het tekenen met verf is dat het gaat om een nieuw materiaal waar ik mee ga tekenen, waar eigenschappen bij horen waar ik rekening mee moet houden.

Beginnend met het trekken van een lijn. De eerste stap is het zogeheten laden van je penseel met verf. Net als bij eerdere oefeningen is het ook hierbij belangrijk om te zorgen voor een goede verhouding van verf en water. Je hebt voldoende water genoeg om het vloeibaar te maken, maar bij te veel water wat de kleur of heel doorzichtig, of het vloeit meteen uit en gaat de scherpte van de lijn verloren. Dit is dus vooral bij het trekken van fijne lijnen belangrijk. En net als bij pennen, hoe fijner het penseel, hoe fijner het lijntje wat je kan trekken met de verf.

Het leuke hierbij is ook dat je kan spelen met de dikte van de lijn. Door de druk op het penseel op te voeren kan je de lijn tijdens het tekenen van dun naar dik laten gaan. Dat kan je bijvoorbeeld gebruiken bij het tekenen van blaadjes, je begint met een mooi spits uiteinde en langzaam laat je de lijn steeds dikker worden en maak je een blaadje. Bij de oefening van vandaag heb ik op deze manier bij een bloem de bloemblaadjes getekend. Dit heb ik gedaan met een penseel nr. 6. Met een penseel nr. 3/0 heb ik met scherpe lijntjes er nerven in getekend en een beetje schaduw erin geprobeerd aan te brengen. Ik zal een keer in een blog over het tekenen met fineliners en inkt vertellen hoe je de suggestie van schaduw in je tekening kan aanbrengen.

Verder ben ik vooral bezig geweest met kijken hoe ik gecontroleerd allerlei vormen kon tekenen met de verf. Bij een volgende oefening ga ik een volledige tekening maken.

Waar ik naar ga zoeken in de winkel is acryl gouache om mee te gaan werken. Aquarel en gouache zijn allebei waterverf, waarbij gouache dekkend is. Dat betekent dat je witte gouache verf kan gebruiken om in aquarellen kleine correcties aan te brengen. Beide geven hele mooie effecten. Met water kan je de verf ook iedere keer weer ‘activeren’. Je kan daardoor altijd correcties aanbrengen. Nadeel is echter dat je niet kan werken met verschillende lagen. Als je een nieuwe laag aanbrengt, dan mengt dat met de laag eronder. Acryl gouache geeft hetzelfde visuele effect als waterverf, maar is watervast. Dat betekent dat je steeds een nieuwe laag kan aanbrengen op een schilderij zonder dat je de eerder aangebrachte verf weer ‘activeert’. Ik wil het in ieder geval een keer gaan uitproberen.

Tot de volgende keer!